zondag 20 mei 2007

Stilte in de herfst

Toen ik de aula uitliep en me aansloot bij de stoet, bedacht ik mij dat het een veel te mooie dag was voor een begrafenis. Het was niet echt warm, maar de lucht was egaal blauw en het groen op de begraafplaats kleurde rijp van de herfst. Op een bankje in de zon zaten twee oudere heren naar de voorbijkomende stoet te kijken, de benen over elkaar, zwijgend en met een uitdrukking van tevreden genieten op hun gezicht.

Mijn gedachten gingen met me op de loop, naar vele jaren geleden, toen ik als kind regelmatig bij mijn oma verbleef in haar huisje in de Amsterdamse Pijp. Naast Oma woonde Tante Grietje, net als Oma een "dame op leeftijd". Iedere zaterdag ging Tante Grietje de hort op, samen met haar beste vriendin, ieder met een lunchpakketje en op hun paasbest gekleed. Samen liepen ze kirrend en giechelend gearmd de straat uit in de richting van de Amstel.

Aan het einde van de middag kwamen ze weer terug, babbelend, lachend en gniffelend om iets waarvan alleen zij weet hadden. Op een dag, toen ik voor het open raam zat te spelen, hoorde ik Oma vragen waar de dames eigenlijk naar toe gingen. "Naar de Oosterbegraafplaats", antwoordde Tante Grietje verrukt, "meid, heerlijk daar. Al dat groen, en die stilte. Heerlijk op een bankje zitten in de zon. En met alle begrafenissen lopen we mee. En maar janken! Zalig! Vanmiddag zijn we zelfs mee naar binnen gelopen en hebben koffie en cake gehad." Oma was hoofdschuddend naar binnen gelopen en ik heb mijzelf jarenlang verwonder over de gewoonte om bij de begrafenis van een vreemde naar binnen te lopen en koffie en cake te nemen.

Toen de kist gezakt was en de bloemen waren geworpen, liepen we langs dezelfde weg terug naar de aula. Zorgvliet was mooi in de herfst, realiseerde ik me. Veel groen, in vele tinten, en de statige uitstraling van oud Amsterdam Zuid. De oudere heren zaten nog steeds op hun bankje. Beschaamd realiseerde ik me dat ik naar hen staarde. Eén van hen staarde naar me terug, met scherpe blauwe ogen. Oud, maar kalm en tevreden. Ik gaf hem een beleefd knikje en bij wijze van antwoord hief hij even een hand op. Toen opende hij zijn trommeltje en nam hij een hapje van zijn boterham.

Geen opmerkingen: